Info nieuw huisdier

  • Voorbereiden op een nieuw huisdier
  • Aanschaf van een nieuw huisdier
  • De eerste weken van een nieuw huisdier
  • Uw andere dieren voorbereiden op een nieuw huisdier

Voorbereiden op een nieuw huisdier

Hoe bereid ik mij voor op een nieuw dier?

Het aanschaffen van een huisdier

De aanschaf van een huisdier moet een goed afgewogen beslissing zijn. Het is van groot belang dat u goed op de hoogte bent van de basiselementen van het houden van een huisdier. De voorbereiding voordat het gekozen dier wordt uitgezocht en opgehaald, maakt deel uit van een warm ontvangst van het dier. U hoeft zich niet af te vragen waarom het bepaald gedrag vertoont, omdat u er al over gelezen hebt. U bent zelfverzekerd en u kunt de juiste beslissingen nemen.

Informatie verzamelen

Lezen is de eerste stap. Ook al bent u geen uitgesproken lezer, boeken/internet over dieren zijn naslagwerken die een eventuele koper veel basisinformatie bieden om tot de juiste beslissingen te komen. Op www.licg.nl kunt u alle informatie vinden over de aanschaf van een huisdier, verschillende rassen en kenmerken.

De aankoop

Het is heel belangrijk waar u uw dier gaat kopen. Een hond of kat koopt u het best bij een fokker of particulier. Bijzondere dieren zoals konijnen, knaagdieren en reptielen koopt u bij een opvang, particulier of dierenspeciaalzaak. Wij raden af om een dier te kopen bij een handelaar (broodfokker). Een broodfokker herkent u aan het verschillend aantal rassen dat ze aanbieden, het grote aantal dieren en dat de ouderdieren niet aanwezig zijn.

Koop nooit een dier bij een eerste bezoek, maar ga op een later tijdstip terug naar de verkoper (laat uw portemonnee thuis!). Let erop dat de dierverblijven schoon zijn en dat de verkoper hart voor zijn dieren heeft. Koop geen dier omdat het zielig is, want daarmee stimuleert u de verkoper om nog meer zielige dieren te gaan verkopen.

Aanschaf van een nieuw huisdier

Waar kunt u op letten?

Honden, katten en konijnen zijn alle drie zeer populaire huisdieren om te nemen. Ieder dier heeft zo zijn voor- en nadelen die goed overwogen moeten worden. De hond moet iedere dag worden uitgelaten, ook als het regent. De kat zal waarschijnlijk niet mee op vakantie gaan, dan is er een pension of oppas nodig. Zo ook bij het konijn die met de juiste zorg ook een jaar of tien kunnen worden. Er zijn nog meer eventuele nadelen die komen bij het nemen van een huisdier waar niet te gemakkelijk over gedacht mag worden, allen kosten ze energie, tijd en geld.

Als alle voor- en nadelen besproken zijn in het gezin en u besloten heeft dat er huisdier gaat komen kunt u overleggen of u één of twee huisdieren neemt. In het geval van het konijn is het zo dat ze altijd een vriendje nodig hebben. Bij konijnen die al jaren alleen leven is het niet altijd een goed idee om zo maar een ander konijn erbij te zetten. Ook voor katten is het prettiger om vanaf het begin met z’n tweeën samen te wonen.

Welk ras past het beste bij u? Lees u goed in via verschillende websites en boeken, hoeveel tijd en ruimte heeft u en wat u bijvoorbeeld verwacht van een hond (waakhond/schoothond)? Rashonden kampen soms met lichamelijke problemen terwijl dit bij kruisingen minder vaak voorkomt. Denk bijvoorbeeld aan de kortsnuiten zoals de Pug en Bulldogachtigen.

Waar gaat u het dier aanschaffen? Er zijn talloze plaatsen waar u een schattige pup of kitten kunt kopen. Konijnen worden vaak nog in een winkel gekocht terwijl het beter is om ze bij een fokker of via een gelegenheidsnestje te kopen. Dit geldt ook voor puppy’s en kittens, let op met broodfokkers en volg de checklist van het LICG op de puppy (en kitten) checklist. Twijfelt u? Dan is het beter om het NIET te doen, ondanks dat u het waarschijnlijk zielig vindt voor het dier. Door het dier toch te kopen draagt u (onbewust) bij aan het probleem dat bijvoorbeeld broodfokkers en handelaren actief kunnen blijven.

Het advies is om u goed in te lezen, een verstandige keuze te maken en vooral te genieten van uw nieuwe aanwinst!

Meer informatie honden
Meer informatie katten
Meer informatie konijnen

De eerste weken van een nieuw huisdier

Alle diersoorten maken voorspelbare ontwikkelingsfasen door. Bij sommige diersoorten is het begin en het eind van deze fasen bijna tot op de dag voorspelbaar. Wie een beter inzicht heeft in die ‘kritische’ periodes in de ontwikkeling, zal het gedrag van een huisdier beter begrijpen. In onderstaand stuk behandelen we de ontwikkeling van honden, katten en konijnen.

Hond

Neonatale fase (0 tot 14 dagen)

De pup wordt blind en doof geboren. Communicatie met de moeder gaat door middel van piepen. De pup beweegt zich kruipend voort. Door middel van tastzin zoekt hij de tepel van de moeder om te drinken. De moederhond stimuleert de ontlasting van de pups door ze op hun buik te likken. Zij eet de drolletjes, en de urine likt ze op. Zo houdt ze het nest schoon.

Overgangsfase (14 tot 21 dagen)

Rond de tweede week gaan de ogen van de pups open en beginnen ze geluiden te horen. Het gezichtsvermogen ontwikkelt zich. Bij een leeftijd van drie weken is het gezichtsvermogen volledig ontwikkeld. Dit geldt ook voor het reukvermogen. De eerste melktanden komen door.
In deze fase gaan de pups een beetje op onderzoek uit en spelen met elkaar. De pups leren aspecten zoals sluipen, het vangen van een prooi en zich verstaanbaar te maken in hondentaal. Ook begint de pup te wennen aan het contact met mensen.

Inprentingsfase (drie tot acht weken)

De binding met het nest en met de moeder vermindert in deze fase. De pup wordt ondernemender en verkent zijn directe omgeving. Door te spelen leert hij hoe hij zich moet gedragen ten opzichte van zijn broertjes, zusjes en soortgenoten. Hij imiteert het gedrag van volwassen honden. Hij is nieuwsgierig en leergierig.

Socialisatiefase (acht tot twaalf weken)

Als een pup acht weken oud is, kan hij naar zijn nieuwe baas toe. Eerder dan die acht weken is het niet goed om een pup bij zijn moeder weg te halen. Dit kan leiden tot ernstige afwijkingen in zijn gedrag. Dit heeft ermee te maken dat een pup de verschillende fasen van zijn leven moet meemaken. Dit zorgt voor een goede ontwikkeling.

Gebit

Vanaf ongeveer 12-16 weken zal het volwassen gebit zich gaan ontwikkelen. Het wissel-proces neemt bij de ene hond langer in beslag dan bij de ander. U zult merken dat het bijtgedrag toeneemt omdat de tandjes los gaan zitten. Het is verstandig uw pup dan te laten bijten in veilige speeltjes.

Kat

0-2 weken – Neonatale fase

In de neonatale fase groeien de kittens gemiddeld van 100 naar 300 gram. Hoewel de kittens hard gaan piepen als je ze optilt, is het belangrijk om de kittens voor korte periodes aan te raken en op te tillen. Op deze manier zullen de kittens wennen aan mensen.

  • 0 weken. Kittens van nul weken zijn volledig afhankelijk van hun moeder. Ze hebben behoefte aan warmte en nabijheid van moeder en hun nestgenootjes. De kittens zijn blind en doof. Ze kunnen hun moeder wel ruiken. En ze voelen haar trillingen als ze spint. De kittens zullen in deze eerste week alleen eten en slapen. Ze kunnen niet zelfstandig poepen en plassen. Dit lukt pas rond vier weken. Rond de vijfde dag valt de navelstreng af.​
  • 1 week. Ook kittens van één week zijn volledig afhankelijk van hun moeder. Warmte en nabijheid is nog steeds erg belangrijk. Je zult de kittens geregeld op een hoopje zien liggen. De oogjes beginnen gemiddeld rond de achtste dag open te gaan. Deze zijn nog helemaal blauw. De gehoorgang gaat gemiddeld rond de negende dag open. De kittens zullen nog steeds alleen eten en slapen.

2-3 weken – Overgangsfase

In de overgangsperiode groeien de kittens gemiddeld van 300 naar 400 gram.

  • 2 weken. Met twee weken zijn de oogjes van de kittens volledig geopend. In sommige gevallen kunnen ze weer gaan verkleven. Dit mag echter niet gebeuren. De kittens leren langzaamaan diepte te zien. Ook kunnen de kittens al goed horen. Het is vanaf nu dus belangrijk om ze aan geluiden in de omgeving te laten wennen. Kittens zullen zich kruipend sneller gaan voortbewegen. Ook zetten ze hun eerste wankele stapjes.

3-7 weken – Eerste socialisatieperiode. In de eerste socialisatieperiode groeien de kittens gemiddeld van 400 naar 800 gram.

  • 3 weken. Kittens van drie weken worden minder afhankelijk van de moeder. Dit komt omdat ze steeds beter (waggelend) kunnen lopen. De kracht in hun pootjes neemt toe. Ze zullen zich soms ‘opdrukken’. Ze krijgen de behoefte om de wereld om hen heen te verkennen. Ze zullen beginnen aan voorzichtig sociaal spel met moeder en nestgenootjes. Kittens zullen geluiden, zoals je stem, nu ook gaan herkennen. De snijtandjes van het melkgebit komen door. Ze zullen daarom op harde dingen, zoals karton en plastic, gaan knagen. Kittens zullen zichzelf op een onhandige manier gaan wassen en krabben.​
  • 4 weken. Kittens van vier weken kunnen zich al redelijk efficiënt voortbewegen. Hun loopjes zien er schattig uit. Ze zullen uit het nest klimmen. Daarbij zullen ze zich steeds verder van de moeder en het nest wagen. Ze ontdekken hun wereld in de lengte, breedte en hoogte. De nestdoos is niet langer het centrum van hun bestaan. De moeder nog wel. Hun spel wordt ruiger. Als ze te hard spelen, worden ze gecorrigeerd. Als mens kun je nu goed met de kittens gaan spelen. Het liefst niet met de hand, maar met een speeltje. Spelen helpt om een band op te bouwen. Naast snijtandjes komen nu ook hoektandjes en kiezen door. De kittens zullen als aanvulling op de moedermelk ook brokjes gaan eten. Ze zullen voor het eerst zelf gaan poepen en plassen. Hierbij piepen ze hard omdat dit nog pijn kan doen. Over het algemeen zijn kittens snel zindelijk.​
  • 5 weken. Kittens van vijf weken worden nagenoeg onafhankelijk van de moeder. De moeder zal daarom ook afstand gaan nemen. Kittens zullen zelfstandig eten en drinken, poepen en plassen, slapen en spelen. De oogjes gaan vanuit de pupil langzaam verkleuren. De kittens kunnen nu rennen. Hun spel wordt complexer en bestaat uit uitdagen, beloeren, besluipen, bespringen en achtervolgen. Spelen met je kitten met een speeltje zoals een hengel zal erg in de smaak vallen. Energie komt en gaat snel. De kittens kunnen nu al explosief worden, de zogenaamde ‘kittenrage’.​
  • 6 weken. Hoewel kittens van zes weken onafhankelijk van de moeder kunnen leven, is het belangrijk ze nog niet uit het nest te halen. Vergelijk het met een kind van tien jaar oud, ze kunnen voor zichzelf zorgen d.w.z. zelfstandig eten, drinken en ontlasten. Echter zijn ze mentaal nog helemaal niet klaar om zelfstandig te wonen. De kittens zijn nu echte mini-katten. Ze kunnen alles wat volwassen katten ook doen. Alleen doen ze het nog wat onhandig. Omdat kittens nu werkelijk alles verkennen, is het belangrijk om grenzen te gaan stellen. Als je wilt dat gordijnen en bankstellen heel en tafel en aanrecht verboden terrein blijven, moet je dit duidelijk laten weten. Dit kan goed door een schelle harde stem. Kittens zullen bij te ruig spel hardhandiger gecorrigeerd worden door moeder of nestgenootjes.

7-12 weken – Tweede socialisatieperiode

In de tweede socialisatieperiode groeien de kittens gemiddeld van 800 gram naar 1200 gram. De sterke groei neemt af. Katertjes kunnen al (meer dan) 100 gram zwaarder zijn dan poesjes uit hetzelfde nest.

  • 7 weken. Vanaf zeven weken mogen kittens wettelijk gezien het nest verlaten. Dit is echter absoluut niet wenselijk. Bij kittens die op deze leeftijd het nest verlaten worden vaker gedragsproblemen gezien. Hoewel kittens nog de nabijheid van de moeder opzoeken, zal deze dit steeds vaker weigeren. De kittens zullen nu gaan oefenen met evenwicht op randjes. Hierbij zullen ze regelmatig vallen. Ook zullen ze gaan oefenen met jachttechnieken. Ze beginnen te oefenen om zelfstandig hun prooi te kunnen vangen.​
  • 8 weken. Huis-tuin-en-keukenkittens worden vaak met acht weken uit het nest gehaald. Dit omdat toekomstige baasjes de kittens zo jong mogelijk willen. Vanwege het grote aanbod van 8 weken oude kittens zal een oudere kitten moeilijker te plaatsen zijn. Kittens hebben nu hun volwassen zicht bereikt. Dit helpt hen om beter hun evenwicht te bewaren op de randjes die ze op gaan zoeken. De kittens zijn nu in staat zichzelf warm te houden. Ze zijn daardoor minder gevoelig voor koude of hitte.​
  • 9 weken. Met negen weken dienen kittens hun eerste vaccinatie te krijgen tegen kattenziekte en niesziekte. Je kunt ze ook al laten chippen. Op die manier kun je een verzekering voor je kitten afsluiten. Hiermee krijg je vaak de tweede vaccinatie (deels) vergoed. De kittens worden bij hun vaccinatie ook lichamelijk gecontroleerd. Veel afwijkingen kunnen hiermee worden vastgesteld. Kittens bereiken op deze leeftijd het hoogtepunt van hun spelgedrag. De eerder genoemde ‘kittenrage’ kan leiden tot het slopen van spullen. Kittens kunnen hierbij echt gek lijken. Het is belangrijk dat je minstens een uur per dag met ze speelt. Op die manier kunnen ze hun overtollige energie kwijt raken. En bouw je een band op met de kitten.​
  • > 10 weken. Vanaf tien weken is het pas echt verantwoord om een kitten uit het nest te halen, maar liever na 12 weken. Fokkers van raskatten wachten echter zelfs tot 15 weken. Kittens moeten bij voorkeur met zijn tweetjes worden geplaatst. Zeker als ze vaak alleen thuis zullen zijn. Een kitten heeft erg veel energie. En zal regelmatig zijn en jouw grenzen verkennen. Om een goede band voor het leven met je kitten op te bouwen is het dus belangrijk om veel tijd in de kitten te investeren. Deze krijg je dubbel en dwars terug! Een kat nemen is een prachtige ervaring.

Konijn

Dag 1: De jongen konijnen zijn net geboren, ze wegen dan tussen de 24 en 31 gram. De voedster geeft ze gemiddeld 2 keer per dag melk, de rest van de dag slapen de jongen.

Dag 2: Het is de bedoeling dat de jongen aankomen in gewicht, ze mogen zeker niet afvallen. Als de jongen meestal na de 2de dag al afvallen kun je met bijna zekerheid al zeggen dat ze dood gaan. De jongen krijgen per dag steeds meer kleur.

Dag 3: De derde dag moeten de konijntjes er goed uit zien. Hun vel moet bol staan en hun buikjes goed gevuld. Als de jongen rimpelde buikjes hebben krijgen ze vrijwel geen of te weinig melk. Ze hebben vanaf deze dag geen reserves meer, dus de moedermelk komt er voor het eerst uit en ze krijgen ontlasting.

Dag 6: Deze dag begint het vaak goed zichtbaar te worden welke kleur de jongen krijgen. De haren beginnen dan te groeien en de jongen wegen rond de 80 gram.

Dag 14: De jongen wegen rond de 140 gram. De ogen beginnen langzaam open te gaan, ze kijken al door kleine spleetjes. Het is normaal dat de jongen rond het openen van de oogjes een dag stil staan in de groei.

Dag 15: De jongen wegen dan ongeveer 150 gram. Als de jongen de oogjes nog niet helemaal open hebben, kun je ze het beste voorzichtig helpen met helemaal open maken. Als je dit niet doet kan het zijn dat de haren in de ogen groeien en daar kunnen ontstekingen van komen. Met afgekoeld gekookt water en een watten staafje kun je de oogjes voorzichtig verder open weken.

Dag 17: De jongen beginnen het hok steeds meer te verkennen en worden actiever. Ze komen deze periode niet zoveel aan omdat ze actiever zijn en minder slapen, dat kost wat meer energie.

Dag 19: de jongen wegen nu ongeveer 175 gram. Ze spelen, springen en rennen veel rond. Ze gaan nu echt van de wereld ‘proeven’. Beginnen ook al wat van het hooi te eten.

Dag 22: De jongen beginnen nieuwsgierig te worden, maar slapen weer veel. Jongen kunnen van pallets gaan eten als ze dit al voor de 3 weken doen, kan dat een teken zijn dat ze te weinig melk krijgen van de moeder. Te vroeg pallets eten kan voor verstoppingen zorgen bij de jonge konijntjes.

Dag 27: De jongen beginnen rond deze leeftijd met het eten van pallets. Ook eten de jongen al volop hooi.

Dag 28: Vanaf deze dag moeten iedere dag de kontjes van de jongen gecontroleerd worden. omdat de jonge nu in de overgang van melk naar vast voer (pallets) zitten kan het gebeuren dat ze problemen met de ontlasting krijgen. Als ze bijvoorbeeld diarree krijgen, kan dit aan hun kontjes blijven vast plakken en als je er niets aan doet kunnen er allerlei ontstekingen komen.

Dag 33: De jongen eten vanaf genoeg pallets, het is nog steeds belangrijk om goed te blijven controleren op diarree.

8 weken: Als de jongen acht weken oud zijn, wegen ze gemiddeld 700 gram. Dit is niet altijd zo, dat verschild per ras en nestgrootte. De jongen mogen de moeder verlaten en gaan op zoek naar een nieuw huis.​

Uw andere dieren voorbereiden op een nieuw huisdier

Hoe bereid ik mijn huisdier(en) (die ik al heb) voor op een nieuw dier?

Het kan voorkomen dat u al huisdieren heeft wanneer er een nieuwe bij komt. Een goede introductie is van groot belang voor het inwonende huisdier en de nieuweling. Het grote verschil is dat dieren elkaar kunnen tolereren of vriendjes kunnen worden.

Zet de dieren nooit in een keer bij elkaar en laat ze het nooit uitvechten. Die strategie kent alleen maar verliezers, er ontstaat angst, onrust en zullen elkaar nooit helemaal leren vertrouwen. Dat is natuurlijk niet de start die we ze willen geven.

Introductie

Hond – hond

  • Stel ze aan elkaar voor op neutraal terrein en ga samen naar binnen, bij voorkeur eerst in de tuin en dan in huis;
  • Speel voordat ze bij elkaar komen flink met ze zodat het eerste enthousiasme eraf is;
  • Geef de oudere hond wat meer aandacht dan normaal, een puppy zal sowieso veel aandacht krijgen. Belangrijk is dat de oudere hond zich prettig blijft voelen;
  • Houd de sessies kort zodat de pup voldoende rust krijgt (en de oudere hond hierdoor ook). Zo blijft het voor allebei leuk om elkaar te zien;

Kat – kat

  • Maak een aparte kamer klaar voor de nieuwe kat waar die de eerste week rustig kan wennen;
  • Laat na een paar dagen de katten aan elkaar zien door een hek tussen de deur te plaatsen. Geef ze beide wat te eten en zet deze steeds wat dichterbij;
  • Als het bovenstaande goed gaat pak dan het hekje weg, maar houd de sessies kort in het begin zodat er op een prettige manier afgesloten wordt zonder vechten. Verleng de sessies met stapjes als het goed blijft gaan;
  • Zorg voor voldoende schuil- en verstopplekjes;

Konijn – konijn

  • Laat het oudere en nieuwe konijn kennismaken op een neutrale plek in huis. Ergens waar het oudere konijn nog nooit geweest is;
  • Houd het nieuwe konijn in een aparte kooi in een aparte kamer en houd de ontmoetingssessies kort zodat telkens op een prettige manier (zonder vechten) afgesloten wordt;
  • Let goed op of de konijnen rammelaars of voedsters zijn, dit i.v.m. het voortplantingsproces. Konijnen kunnen zich vanaf 3 maanden oud al voortplanten;

U begrijpt dat dieren van hetzelfde soort goed met elkaar kunnen communiceren, echter kunnen bijvoorbeeld een hond en kat elkaar niet begrijpen. En bij een hond/kat en een konijn is het nog zo dat een konijn een prooidier is die vluchtgedrag kan tonen. Allemaal dingen om rekening mee te houden. Wanneer er een hond (of kat) bij een kat (of hond) geplaatst wordt is het belangrijk om voor veel verstopplekjes te zorgen voor beide dieren. Katten vinden het prettig om de hoogte in te kunnen gaan zodat ze ‘de kat uit de boom’ kunnen kijken. Als een nieuwe kat bij een inwonende hond geplaatst wordt is het aan te bevelen deze commando’s zoals ‘blijf’ goed aan te leren zodat de kat met rust gelaten kan worden als het deze te veel zou worden. Het plaatsen van een hond of kat bij een konijn blijft een gevaarlijk iets puur vanwege het feit dat de eerste 2 een konijn als maaltijd kunnen zien. Hierbij is het advies om een uitgebreid introductieplan te hanteren.

Als tips kunnen we nog meegeven:​

  • Combinatie hond-konijn

Is het konijn gewend aan de geur van de hond? Breng ze dan bij elkaar in de buurt. Zorg dat de hond moe is, na een wandeling of training, en houd hem aangelijnd. Speel rustig met de hond en houd in de gaten of het konijn rustig en ontspannen blijft. Bouw de afstand af. Zorg ook dat de hond kalm blijft en beloon beide dieren voor hun rustige gedrag. Gaat het goed aan de riem? Laat de hond los en oefen weer of afstand. Verklein daarna de afstand tot het konijn.

  • Combinatie kat-konijn

Is het konijn gewend aan de geur van de kat? Breng ze bij elkaar in de buurt, nadat ze allebei hebben gerend of gespeeld en moe zijn. Zet bijvoorbeeld de kooi van het konijn hoog, zodat de kat er niet bij kan, of zet een ren om de kooi heen. Houd snoepjes of een speeltje voor de kat bij de hand, als afleiding nodig is. Is dit geen succes, dan kun je de kat in een bench of ren zetten. Reageren de dieren niet op elkaar? Verklein de afstand, speel met de kat in de buurt van het konijn, of zet de bench dichterbij. Reageren ze wel op elkaar? Vergroot de afstand. Wil je beide dieren samen laten loslopen? Doorloop eerst de vorige stappen. Oefen het liefst met een extra persoon erbij.

Voor alle dieren geldt: laat ze de eerste paar weken nooit alleen bij elkaar. Houd toezicht en wanneer ze een hele dag bij elkaar kunnen zijn (en u als baasje erbij bent geweest) en er zijn geen gevechten ontstaan, dan kunt u ze rustig opbouwend alleen laten.​

Terug naar Junior & Senior