Pijn herkennen

Hoe herken ik pijn bij mijn huisdier?

Onze huisdieren kunnen in aanraking komen met pijn. Het herkennen van pijn bij een hond, kat of konijn is echter nog niet zo eenvoudig, zeker het herkennen van chronische pijn is moeilijk. Denken we hierbij aan de kat of het konijn dan is het nog lastiger. Te denken valt hierbij aan oorpijn, artrose, buikpijn etc. Dit is één van de redenen dat een regelmatige gezondheidscontrole van groot belang is.

Hier beneden vindt u per diersoort waar u op kunt letten en hoe u pijn kunt herkennen.

  • Hond
  • Kat
  • Konijn

Hond

Vocaal:

  • Piepen, janken, grommen
  • Veelvuldig blaffen
  • Hijgen

Hoge(re) bloeddruk, verhoogde hartslag en/of ademhaling

Verandering in beweging zoals:

  • Niet willen lopen, regelmatig verstappen, waggelen of stijf zijn
  • ‘Sleepvoetje’: nagels over grond horen slepen
  • Het vermijden van één bepaald type gangwerk
  • Bibberen
  • Trap niet meer op of af kunnen/willen
  • Niet meer in of uit de auto kunnen/willen springen
  • Een poot vaak anders dan ’recht onder het lichaam’ neerzetten, bijvoorbeeld meer naar voren gestrekt, meer onder het lichaam of juist naar buiten toe
  • Een meer weloverwogen en voorzichtige manier van bewegen
  • Zich heel regelmatig uitrekken of spelbogen maken
  • Houdt hoofd anders dan voorheen: bijvoorbeeld scheef of meer in verlengde van de rug

Verandering in uiterlijk zoals:

  • Vacht: dof, plukkig, extreem verharend, verkleuringen, kruinen, borstelen
  • Draagt staart uit het midden
  • Ogen: wallen onder ogen, fel, moe, dof, starend, hard, in zichzelf gekeerd, kwetsbaar, meer knipperen dan voorheen, verwijde pupillen

Verandering in gedrag zoals:

  • Zich afzonderen, korter lontje hebben/agressief gedrag vertonen
  • Weinig tot geen eetlust of lusteloosheid
  • ‘Lastiger’, bijvoorbeeld: wil halsband/tuig niet (meer) om, wil niet geborsteld worden, plots brommen bij nagels knippen etc.
  • Minder enthousiast om mee te gaan voor een wandeling of verandering in spelgedrag

Kat

Katten miauwen niet als ze pijn hebben, spinnen kan soms juist WEL een teken van pijn zijn.

Andere gedragingen:

  • Een bepaald lichaamsdeel, bijvoorbeeld een poot, niet willen gebruiken
  • Hijgen
  • Verwijde pupillen of dichtgeknepen ogen
  • Niet (meer) willen eten of brokjes uitspugen als ze deze in de bek hebben genomen
  • Niet meer willen of kunnen springen tijdens het spel
  • Niet meer rechtstreeks, maar via tussenstapjes op de bank of vensterbank klimmen
  • In elkaar gedoken zitten
  • Niet meer ontspannen kunnen/willen zitten of liggen
  • Plotseling agressief worden zonder zichtbare aanleiding
  • Agressief worden als je de kat op een bepaalde plaats aanraakt
  • Veel likken of wassen op een bepaald deel van het lichaam
  • Blazen of grommen naar een lichaamsdeel
  • Onzindelijkheid
  • Zich terugtrekken of verstoppen

Filmpjes maken

Omdat een kat van oorsprong een solitair dier is, laten ze niet zien dat ze pijn hebben of gewond zijn. Een filmpje maken van bijvoorbeeld je mank lopende kat thuis kan de dierenarts helpen, vooral als de kat in de spreekkamer het probleemgedrag niet vertoont.

Het gedrag van je kat bij pijn

Katten die pijn hebben gaan soms meer slapen. Met name bij oudere katten wordt het geaccepteerd dat ze meer slapen omdat het zou horen bij de leeftijd. Uit onderzoek is echter gebleken dat veel katten van tien jaar of ouder aan artrose lijden en vanwege de pijn zo min mogelijk willen bewegen.

Ook als je twijfelt of je kat pijn heeft, kun je het beste overleggen met de dierenarts. (Plotselinge) Afwijkingen van het gewone gedrag zijn altijd een reden tot zorg!

Konijn

Vacht:

  • Vacht ziet er anders uit, bijvoorbeeld mottig, haren staan uiteen of zijn geklit
  • Overmatige/gebrekkige vachtverzorging

Een bepaalde plek op het lichaam:
Likken, wrijven, krabben of bijten

Keutels:

  • Minder, kleinere of helemaal geen keutels
  • Het vinden van nachtontlasting
  • Plakpoep of vieze, natte vacht aan achterkant

Eten en drinken:

  • Minder eetlust of moeite hebben met eten of drinken
  • Blijven knagen aan iets
  • Vermageren of bepaald voedsel niet meer willen eten

Gedrag:

  • Agressie/angst
  • Schrikken van zaken waar het konijn normaal gesproken niet van schrikt
  • Ineenkrimpen bij aanraken van een bepaald lichaamsdeel

Plassen:

Meer en vaker plassen

Bewegen:

  • Stijve bewegingen en stil/in elkaar gedoken zitten in een hoekje
  • Minder onderzoekend en zich afzonderen
  • Lusteloos of meer/minder slapen dan normaal
  • Onrustig bewegen
  • De buik tegen de grond drukken
  • Kreupelheid
  • Omrollen bij het wassen en/of de blindedarmkeutels eten
  • Trillen

Gezicht/kop:

  • Ogen halfgesloten of uitpuilende ogen
  • Gespannen gezichtsuitdrukking of een ingevallen gezicht
  • Overgevoeligheid voor licht
  • Snotneus/tranende ogen/kwijlen
  • Strekken en opheffen van de kop of de kop scheef houden
  • Het schudden van de kop (geen luchtsprong/binkie)
  • Staande oren laten hangen of de oren regelmatig krabben

Geluid:

  • Gillen of piepen, uit zichzelf of bij het aanraken van het lichaam
  • Knarsetanden (hard)

Ademhaling:

  • Sneller/oppervlakkig
  • Dieper dan normaal
  • Hijgen
Terug naar Preventie