Castratie reu & kater

Onder castratie van het mannelijk dier verstaan we het verwijderen van de testikels. Bij diverse diersoorten behoort de castratie van het mannelijk dier tot een min of meer 'normale' ingreep, zoals bij de kater. De kater wordt vrijwel altijd gecastreerd omdat deze kan gaan sproeien in en rondom het huis (óók poezen kunnen sproeien).

Bij een hond zijn wij van mening dat de castratie niet echt standaard uitgevoerd hoeft te worden, maar dat hiervoor de reden van de castratie een medisch of gedragsprobleem hoort te zijn. Meestal is er dan ook een speciale reden waarom de eigenaar of dierenarts zal besluiten tot castratie over te gaan.

Redenen om te castreren:

Ongewenst gedrag

  • Rijgedrag, maar let op: dit gedrag hoeft niet altijd hormonaal gestuurd te zijn.
  • Weglopen, achter de loopse teefjes aan gaan.
  • Markeergedrag (plassen) in huis.
  • Onrust wanneer er loopse teefjes in de buurt zijn. 
  • Agressie naar andere reuen.

Een andere reden kan zijn wanneer iemand een teefje en een reu in huis heeft. Als de teef gewoon loops wordt kan men wel proberen de dieren drie weken uit elkaar te houden, maar dit is in de praktijk vaak erg lastig. Dus het is niet zozeer de vraag of het misgaat maar eerder de vraag wanneer het misgaat. In onze praktijkervaring moet de teef in zulke gevallen zeker twee tot drie keer in haar leven naar de dierenarts voor een "morning-after prik" vanwege een ongewenste dekking.

Weglopen

Ongecastreerde katers die de mogelijkheid hebben om naar buiten te gaan zullen, wanneer ze de kans krijgen ervoor kiezen om ver van huis te lopen. Dit om bijvoorbeeld hun territorium uit te breiden en te beschermen, maar ook om achter de poezen aan te gaan. Dit kan erg gevaarlijk zijn omdat ze hierbij veel wegen zullen oversteken met alle gevolgen van dien. Een castratie zorgt ervoor dat de katers dichter bij hun zullen blijven.

Sommige reuen vinden het heerlijk om op stap te gaan in de buurt om te kijken en te ruiken of er nog loopse teefjes in de buurt zijn. De ene reu doet dit af en toe, andere reuen doen het bijvoorbeeld driemaal daags zodra ze geroken hebben tijdens het uitlaten dat er een loopse teef in de buurt is geweest. Wegloopgedrag is natuurlijk vervelend voor de baas en zeer gevaarlijk voor de hond. Een reu die verliefd achter de teven aanloopt of met concurrerende reuen wil vechten, kijkt niet uit bij het oversteken van de straat en de kans op een ongeluk is dan heel erg groot.

Geurvlaggen plaatsen en sproeien

De reuen die neiging hebben overal hun territorium af te bakenen wordt de baas bij iedere uitlaatronde wel weer duidelijk gemaakt. Overal moet even een plasje over, desnoods 20x per wandeling. Dit is normaal, maar wanneer de hond dit in huis gaat doen ontstaat er een probleem. Het plaatsen van geurvlaggen (binnen en buiten) wordt een stuk minder na castratie.

De meeste katten, katers én poezen kunnen gaan sproeien in huis. Aangezien dit bij de meeste personen als onprettig wordt ervaren wordt het advies gegeven om met 6 maanden oud te castreren. Er zijn maar weinig katers die niet gaan sproeien in huis. Als uw kat al sproeit kan een castratie ervoor zorgen dat ze dit niet meer doen, maar in enkele gevallen blijven ze wel sproeien.

Agressie

Hier dient heel duidelijk goed gekeken te worden van welke soort agressie er sprake is.

Tegen alle andere honden:

Als een reu wil vechten met zowel teven als reuen, ligt hier meestal een niet-hormonaal en niet geslachts-gebonden reden aan ten grondslag. Castratie zal hier dan ook zelden helpen. Gedrags-therapie is hier op zijn plaats.

Alleen tegen andere reuen:

Als iemand twee reuen in huis heeft die regelmatig heftig vechten is castratie van beide reuen in 95% van de gevallen een oplossing met een gegarandeerd succes. Wij vinden dit een prima oplossing. Beter dan steeds met één of beide partijen naar de dierenarts om de "gaten" in het vel of oorranden weer te laten hechten. Ook wanneer de hond tijdens het uitlaten vrijwel elke andere reu wel wil aanvliegen maar teven absoluut met rust laat, kan dit probleem met castratie simpel verholpen worden.

1) Prostaatproblemen

Veel oudere honden kunnen net als mensen last krijgen van prostaatvergrotingen. Meestal gaan de prostaatproblemen bij de hond juist NIET met plasproblemen gepaard. Wel kan de hond soms moeilijk poepen en soms komt er afgeplatte ontlasting uit omdat het over de vergrootte prostaat in het bekken heen geperst moet worden. Het meest voorkomende symptoom bij prostaatproblemen is echter druppels urine (vocht) verlies terwijl de hond gewoon rondloopt. Af en toe is dit vocht lichtrood en bloederig van kleur. De reu is niet echt incontinent en het zijn zelden grote hoeveelheden vocht. Maar het is wel een teken dat er wat aan de hand is. Soms is de prostaat niet alleen vergroot maar ook ontstoken en heeft de reu koorts. De behandeling bestaat uit toediening van antibiotica en tijdelijke (chemische), of permanente (chirurgische) castratie.

Een andere prostaataandoening is de prostaatkapselcyste. Dit is een vloeistof ophoping in de vergrote prostaat of onder het kapsel. Deze cystes kunnen zo groot worden als een sinaasappel. De reu is er meestal niet ziek van maar door de omvang kan de hond vaak moeilijk poepen. Af en toe raakt zo'n cyste geïnfecteerd en ontstaat een prostaatkapselabces. Hier kan de reu behoorlijk ziek van zien. Prostaatkapselcystes worden meestal chirurgisch verwijderd via een buikoperatie. Meestal wordt de reu dan gelijk gecastreerd om herhalingen van het probleem te voorkomen.

2) Voorhuidontsteking

Enige gelige uitvloeiing uit de voorhuid van een reu is wel normaal te noemen (zie foto). Echter bij sommige reuen neemt deze uitvloeiing zulke vormen aan dat het onhygiënisch in huis wordt. Vaak zit de hond dan ook veel aan zijn penis of voorhuid te likken of er liggen op de ligplek van de hond steeds gele vlekken. In lichte gevallen helpt een tijdelijk chemische castratie vaak voor een flinke periode, al dan niet gecombineerd met een antibioticum zalf of tabletten. Komt het probleem steeds weer terug is castratie meestal een relatief simpele en definitieve oplossing van dit probleem.

3) Prostaattumoren

Schijnen vaker voor te komen bij gecastreerde dan bij ongecastreerde reuen. Meestal zijn prostaattumoren zeer agressief en is er geen behandeling meer mogelijk op het moment van ontdekking.

4) Testikeltumoren

Komen relatief vaak voor bij oudere reuen. Meestal valt het de eigenaar op dat de ene testikel (teelbal) veel groter is dan de andere. Deze tumoren zijn vaak wel kwaadaardig maar zaaien meestal pas heel laat uit. Omdat ze van buitenaf goed zichtbaar vindt het weghalen van de aangetaste bal meestal op tijd plaats. Van een echte castratie is meestal dan geen sprake omdat de andere testikel in principe gewoon kan blijven zitten als deze verder normaal is. Hetzelfde geldt voor het al dan niet weghalen van niet ingedaalde testikels.

 

5) Circum anaalkliergezwellen

Van het anusslijmvlies bij de reu zijn een andere categorie van tumoren. Deze vaak blauwige of blauwrode gezwellen komen alleen voor bij reuen zitten vaak onder of rondom de anus. Ze groeien langzaam en zijn in principe meestal niet kwaadaardig. Wel komen ze vaak meervoudig voor (enkel bulten van verschillende grootte naast elkaar). Het grote probleem is dat ze op een gegeven moment openbreken en gemakkelijk bloeden. Overal waar de hond gaat zitten ontstaan dan bloedvlekjes in huis. Grote open gezwellen kunnen het beste chirurgisch verwijderd worden. Deze gezwellen ontstaan onder invloed van het mannelijke hormoon testosteron. Zodra de reu gecastreerd wordt verdwijnen de kleine gezwellen en wordt het ontstaan van nieuwe gezwellen voorkomen.

Meer informatie

De operatie techniek

Bij de castratie wordt er voor de balzak één sneetje gemaakt waardoor beide testikels verwijderd kunnen worden. De snee wordt expres niet in de balzak gemaakt omdat er soms wat tijdelijke zwelling van de balzak door wondvocht optreedt na castratie. Als er dan ook een wond zit op die plek geneest deze veel moeizamer. Bij de castratie worden beide testikels met de bijballen en de zaadstrengen plus bloedvaten afgebonden en verwijderd. Hierna worden er niet alleen geen zaadcellen meer gemaakt waardoor de hond onvruchtbaar wordt, maar wordt ook de productie van het mannelijk hormoon testosteron voorkomen. Alle typisch mannelijke gedragingen worden daarna een stuk minder of verdwijnen.

Soms kan een zogenaamde chemische castratie een tijdelijke oplossing zijn bij prostaatproblemen, voorhuidontstekingen of als "test" voor de uitwerking van een echte castratie bij bijv. vervelende gedragingen welke wellicht hormonaal gestuurd zijn.
Tegenwoordig zijn er effectief werkende implantaten die die een werkzaamheid van minimaal zes maanden hebben.

Na- en bijwerkingen van de castratie

De nawerkingen van de castratie zijn maar kortdurend. Aangezien het een relatief lichte ingreep is die onder een kortwerkende verdoving wordt uitgevoerd zal de hond vrij snel weer de oude zijn. Een enkele keer krijgt de hond tijdelijk een wat blauwe bloeduitstorting in de huid van zijn balzak. Deze is meestal op het moment van het eventuele verwijderen van de huidhechtingen na tien dagen grotendeels al weer verdwenen. Tegenwoordig wordt de wond gehecht met oplosbaar hechtmateriaal. De wond wordt onderhuids dichtgehecht, waardoor de hond zo min mogelijk last zal hebben van de wond.

Na de castratie wordt reu niet minder actief maar wordt wel de stofwisseling van de reu iets anders. Het dier verbruikt wat minder energie. De meeste honden eten dan gewoon ook iets minder en dan veranderd er niets. Als de hond zwaarder wordt moet de hoeveelheid voer met ca. 20-25% gereduceerd worden of kunt u kiezen om speciaal uitgebalanceerde voeding te gaan geven. Wij adviseren de Purina Proplan light/sterilised.

Bij ons in de praktijk ontvangt u 50% korting op de eerste verpakking en spaart u daarna bij aankoop van elke volgende verpakking voor extra korting bij onze praktijk.

 

Terug naar Operaties